zaterdag 4 april 2015

Zaterdag 4 april

Waar rook is, is vuur.

Een vredige slaap werd nog voor zonsopgang onderbroken door het geweld van Spaanse infiltranten. Alsof 7u nog niet vroeg genoeg was, werd om 5u opstaan een feit. Daardoor schoot het ontbijt te kort om onze energieniveaus volledig te hervullen. Hopend op een energieboost dankzij de door de zon gefaciliteerde vitamine D, kropen we opnieuw op het dak van onze fel begeerde jeepney -intussen door iedereen gekend- en begaven we ons nogmaals in het levend schilderij van landschappen, een museum dat niemand ooit beu wordt.
Zonder de probabiliteit op huidkanker drastisch te verhogen, mede dankzij profylactische ‘crème de la crème’ van onze noordelijke zonnecrèmes, kwamen we aan in ons nieuw verblijf in Bontoc, een nederzetting van onze landeigen verkondigers van het geloof in de Vader.
Vrees niet, ons reservoir aan proza loopt hierbij leeg. Nu volgt een efficiëntere opsomming van onze avonturen…

  •          Bontoc general hospital-> nierstenen,pneumonie,diarree,bevalling
  •           Food-> pasta -> lekker
  •           Museum -> brand -> brandweer -> ramptoerisme
  •           Rivier
  •           Tricycle

Groetjes,
Elise en PJ

n.b.: voor diegene die toch wat meer info willen:
Verlost van onze valiezen gingen we naar het ‘Bontoc general hospital’, een complex van meerdere gebouwen. Bij de rondleiding kregen we de kans om verschillende patiënten te interviewen, maar waren juist te laat om een bevalling bij te wonen. Het pasgeboren kind was kerngezond, de moeder daarentegen was er minder goed aan toe omwille van het hevig bloedverlies. De verpleegster bleef aan haar zijde, hoewel in deze faciliteit niet veel meer mogelijk was dan afwachten. Na een uurtje wat kennis en ervaring op te doen, kwamen onze gedachten meer en meer op eten te staan.

Te voet gingen we naar het meest westers getint restaurant van de stad en aten daar deze keer geen rijst maar pasta. Aan de overkant van de straat gingen vervolgens stemmen op dat er een brand gaande was in de stad. Later werd duidelijk dat het geen gewoon huis was. De brand bleek in het museum te zijn waar we een half uur later een bezoek aan gingen brengen. Ons bezoek werd echter niet afgelast, noch uitgesteld. We kregen nog toegang tot de niet verbrande delen van het museum. Daar waren foto’s en attributen van het traditionele Filipijnse leven te vinden.
Zo kwamen we ook te weten dat de doden eerst 3 weken werden bijgehouden, vervolgens gerookt, om daarna in foetushouding begraven te worden. Maar ramptoeristen als we zijn, gingen we ook kijken naar het verbrande deel van het museum. Het bleken huizen te zijn die de bezoeker toonden hoe men in vroegere tijden in de provincie werkte en woonde. De foto’s die we subtiel namen werden echter niet geheel in dank afgenomen.

De rest van de dag kregen we vrijaf. Op weg naar de rivier kwamen we een nieuw obstakel tegen. ‘de wegisweg’ is wat we zeiden toen we zagen dat de weg weg was (excuses voor deze literaire uitschieter). We liepen door op het randje weg dat er wel nog was. Lopend tussen de kleine verkavelingen kwamen we uiteindelijk aan bij de rivier. Nu moesten we voor het eerst vluchten voor de regen. Door de tricycles was dit geen probleem. Voor een spotprijs reden deze voertuigen ons terug naar ons verblijf op de heuvel. De prijs varieerde van 20pesos tot 75pesos per persoon, afhankelijk van hoe goed je kon onderhandelen. Vanavond is onze laatste avond met de 2 Filipina’s, dus er zal wel een pintje gedronken worden…

Veel liefs,

Jullie bengeltjes (Elise en PJ)! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten